Jan van de Kamp

Herinneringen aan Jan van de Kamp

verteld door Max van de Kamp op de uitvaart in november 2019.

Beste Pa,

Je hebt heeft moeilijke tijden doorgemaakt in je leven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden vele Nederlandse jonge professionelen en studenten gedwongen om naar nazi-Duitsland te gaan, en werden daar te werk gesteld om de plaats in te nemen van Duitsers die zelf naar het front moesten. Jij was nog net niet afgestudeerd als chirurg, en was één van die studenten, en kwam in het Allerheiligenhospital in Breslau als chirurg te werken. Dit leverde een dilemma op: als je dan je beroep goed uitoefent, help je daarmee wel de bezetter! Je hebt daar toch je beroep naar eer en geweten uitgeoefend, omdat de patienten die je te behandelen kreeg natuurlijk niet zelf schuldig waren aan de bezetting. Je hebt daarbij veel mensen geholpen, vaak improviserend om met gebrekkige middelen toch iets te bereiken.

Na afloop van de oorlog, toen je uiteindelijk na een ingewikkelde reis was teruggekomen in Nederland, hoorde je dat je vader, die je (voorzover ik weet) het meest dierbaar was, juist twee weken eerder was overleden. Die pijn moet onvoorstelbaar zijn geweest.

Je was een zeer gedreven en ambitieuze man. Tijdens je werk als chirurg in revalidatiecentrum de Hoogstraat in Leersum heb je veel mensen geholpen, en hebt verschillende keren nieuwe methoden en technieken bedacht. Je werd door veel mensen gerespecteerd.

Ook na je pensionering bleef je altijd nog wetenschappelijke tijdschriften lezen over pijn, en hebt een boek geschreven over rugpijn. Dit boek is weliswaar niet uitgegeven, maar je voegde er steeds weer dingen aan toe, met niet aflatende gedrevenheid.

Wat mijn eigen relatie met jou betreft. Mijn gelukkige jeugd was naar mijn idee eerlijk gezegd voornamelijk te danken aan mijn moeder Jetty, want jij was in die tijd te druk met je werk bezig om je veel met ons kinderen te bemoeien. Maar tijdens mijn middelbareschooltijd begon je je meer als een echte vader op te werpen: je begon je bovengenoemde ambitie en gedrevenheid aan mij te leren. In grote lijnen waren er twee dingen die je vaak verkondigde:

1) doe in het leven datgene wat je zelf wilt en wat het beste voelt. Dat kun je immers het beste volhouden;

2) geef niet op; ga zo lang mogelijk door en probeer zo ver mogelijk te komen. In het bijzonder was je van mening dat wij zo lang mogelijk moesten door studeren.

Ik heb dit ter harte genomen, en ben uiteindelijk gepromoveerd als doctor in de satellietcommunicatie. Jij was hier zeer trots op. Je hebt vaak geinteresseerd gevraagd naar mijn werk als wetenschapper, over mijn samenwerking met o.a. Japanners en Finnen, en over de plaatsen op de wereld waar ik conferenties bezoek en metingen doe. Je hebt zelfs moeite gedaan mijn wetenschappelijke artikelen te lezen – hoewel dat natuurlijk heel moeilijk was, aangezien het een heel ander vakgebied is dan het jouwe.

Je relatie met mij was wel vaak problematisch, en ook afstandelijk – zo hadden we bijvoorbeeld zo goed als nooit een echt openhartig gesprek. Maar de relatie had ook goede kanten. Ik discussieerde graag met je – dit gebeurde vooral vaak ’s avonds na het eten. Je had duidelijke meningen over veel zaken, en we kunnen gerust stellen dat die vaak helemaal niet overeen kwamen met de mijne. Maar daardoor dwong je me wel zaken ook van een andere kant te bekijken, en ook daar heb ik van geleerd. Omdat we het nogal eens niet met elkaar eens waren, liepen de emoties vaak hoog op. Maar toch bleef ik altijd graag terugkomen om met je te discussieren.

Je hield ook, net als ik, van muziek, en speelde niet onverdienstelijk piano. Vele vreedzame en plezierige uren hebben we thuis doorgebracht met het samen spelen van duetten op piano en viool.

Deze, de beste van de herinneringen en ervaringen met jou, zal ik bij me blijven dragen.

Max van de Kamp